ANBI-CvD

 

A. Algemene gegevens
Naam ANBI: Diaconie van de Gereformeerde Kerk ’s-Gravenhage-Oost (College van Diakenen GKO)
RSIN/Fiscaal nummer: 802678804
Nummer Kamer van Koophandel: 76352382
Contact Zie contact elders op deze site.

De Gereformeerde Kerk ’s-Gravenhage-Oost is een gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland. 

De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen wat haar aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht geschiedt. (Kerkorde artikel X lid 3).

De Diaconie van deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid. Dit is ook vastgelegd in ordinantie 11 artikel 4 lid 2 van de kerkorde.

B. College van Diakenen
Het College van Diakenen (CvD) is verantwoordelijk voor het beheer van de financiële middelen en eigendommen van de diaconie. Het college is samengesteld uit diakenen van de drie wijkgemeenten en telt nu 3 leden. Er zijn geen diaconale medewerkers in dienst, m.u.v. de diakonaal opbouwwerker die de Christus Triumfatorkerk 'deelt' met de Duinzichtkerk.

De kerkenraad is eindverantwoordelijk, wat tot uitdrukking komt in de goedkeuring van o.a. de begroting en de jaarrekening. Verder hebben zowel de kerkenraad als het college, door het toezicht op de vermogensrechtelijke aangelegenheden, contact met het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken. (Ordinantie 11, art. 6-9)

C. Beloningsbeleid

De beloning van diakonale medewerkers is geregeld in de ‘Arbeidsvoorwaardenregeling Protestantse kerk in Nederland’. De hierop betrekking hebbende regelingen vindt u via deze link: Generale regelingen Protestantse Kerk in Nederland.

 Leden van kerkenraden, colleges en commissies ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden. Alleen werkelijk gemaakte onkosten kunnen worden vergoed.

C.  Verslag Activiteiten

De kerkenraad heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor het in stand houden van een levende gemeente. Dat doen zij door zoveel mogelijk gemeenteleden in te schakelen bij het plaatselijk werk. Enkele taken zijn conform de kerkorde gedelegeerd naar afzonderlijke colleges, waaronder het College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen. Zij waken over de financiële slagkracht van de gemeente en leggen via een jaarverslag rekening en verantwoording af aan de kerkenraad. Een uittreksel van de belangrijkste gegevens treft u hieronder aan.

Het College van diakenen GKO kent vier belangrijke werkgebieden:
1. De drie wijkgemeentes (diaconale, pastorale en financiële ondersteuning van de wijkdiaconieën zoals bijvoorbeeld bij het werk van de zusterraden en bij individuele hulpverlening);
2. De eigen woonplaats (diaconale zorg gaat verder dan de kerkelijke gemeentes); Al jarenlang bieden wij bijvoorbeeld ondersteuning aan het belangrijke werk van de Kesslerstichting en projecten van STEK.
3. Landelijk werk (ondersteuning van regionale of landelijke organen); Bijdrages aan het werk van Exodus en projecten van Youth for Christ zijn hier goede voorbeelden van.
4. Werelddiaconaat. De Kerk in Actie collectes zijn bestemd voor mensen die lijden onder onrecht, armoede en geweld (ook natuurgeweld) waar ook ter wereld.

Om onze opdrachten uit te voeren, staan ons de volgende middelen ter beschikking:
a. Opbrengsten uit de collecten en giften t.b.v. de diaconie van de drie kerken; Het CvD bestemt de opbrengsten uit collecten en giften die gedaan zijn ten behoeve van de diaconie. De bestemming van de collecten wordt voor een aantal collecten vooraf vastgelegd in zogenaamde bestemmingscollecten. Deze worden door middel van extra publiciteit in de verschillende gemeentes extra onder de aandacht gebracht. Voor de overige collecten bepaalt het CvD de verdeling.
b. Het Missionair Diaconale Ontwikkelingssamenwerking fonds (MDO); Dit fonds is in het verleden opgebouwd uit giften voor missionair werk, dichtbij en veraf. De komende jaren zal het CvD dit fonds beheren en de gelden hieruit besteden aan projecten die binnen de doelstellingen van dit fonds passen. Het CvD heeft hiervoor een richtlijn opgesteld waarin de criteria en randvoorwaarden voor de besteding van de gelden zijn vastgelegd.
c. Het Fonds Bijzondere Doeleinden (FBD). Dit fonds is ontstaan door de verkoop van een bejaardenhuis in 1966. De doelstelling van het fonds is ouderenzorg in de ruimste zin. Voorbeelden van besteding zijn de financiële bijdrage aan het werk van de Recreatiecommissie van de GKO (RC) en de bijdrage aan het Ouderenpastoraat GKO. De RC organiseert twee keer per jaar een dagtocht voor de senioren uit de drie gemeentes.

D. Verkorte staat van baten en lasten met toelichting
De verwachte bestedingen (begroting) sluiten als regel nauw aan bij de rekeningen over de voorgaande jaren. Het plaatselijk diaconaal werk vertoont een grote mate van continuïteit.

Onderstaande staat van baten en lasten geeft via de kolom begroting inzicht in de begrote ontvangsten en de voorgenomen bestedingen van de diaconie in het verslagjaar. De kolom rekening geeft inzicht in de daadwerkelijk gerealiseerde ontvangsten en bestedingen.

De voorgenomen bestedingen voor het komende jaar zullen niet sterk afwijken van de voorgenomen bestedingen van het verslagjaar.

Opbrengsten en Baten

Begroting 2023

Begroting 2022

Rekening 2021

Rekening 2020

Rekening 2019

Opbrengsten uit rente, dividenden en beleggingen

7.500

7.500

7.404

7.871

9.876

Bijdragen van leden en anderen

4.900

7.000

5.221

7.023

7.471

Door te zenden collecten en giften

 

-

165

272

2.220

Totaal baten A

12.400

14.50

12.790

15.166

19.567

 

   

 

 

 

Uitgaven en Kosten

   

 

 

 

Kosten kerkdiensten en kerkelijke activiteiten

100

100

89

39

111

Verplichtingen/bijdragen aan andere organen

1.400

1.500

1.371

1.084

1.174

Kosten beheer, administratie en archief

1.200

1.200

406

2.617

5.161

Rentelasten/bankkosten

5.000

4.500

4.616

3.518

3.691

Diaconaal werk plaatselijk

26.000

31.600

23.091

29.495

37.409

Diaconaal werk regionaal/landelijk

-

-

-

20

2.152

Diaconaal werk wereldwijd

1.750

1.400

3.381

1.367

1.350

Afdrachten door te zenden collecten en giften

-

-

165

272

2.220

Totaal lasten A

35.450

40.300

33.119

38.412

53.268

 

   

 

 

 

Operationeel resultaat (A)

 

-23.050

-25.800

-20.329

-23.246

-33.701

Incidentele baten en lasten

   

 

 

 

Incidentele baten

-

-

31.279

24.498

53.635

Incidentele lasten

-

-

-

-

-

Incidentele baten en lasten (B)

 

-

-

-

24.498

53.635

Resultaat verslagjaar (A+B)

 

-23.050

-25.800

10.950

1.252

19.934

Mutaties bestemmingsreserves/-fondsen

   

 

 

 

Onttrekkingen bestemmingsreserves

-

-

0

0

0

Onttrekkingen bestemmingsfondsen

30.500

30.500

28.733

31.164

33.819

Toevoegingen bestemmingsreserves

-

-

-30.073

-24.498

-53.635

Toevoegingen bestemmingsfondsen

-7.500

-7.500

-8.868

-9.696

-10.035

Totaal mutaties bestemmingsreserves/-fondsen (C)

 

23.000

23.000

-10.208

-3.030

-29.851

Resultaat naar Algemene reserve (D)

-50

-2.800

742

-1.778

-9.917

Huidige weergave is o.b.v. jaarrekening 2022 van 27 april 2022 en begroting 2023 van 4 februari 2023.

Kerkgenootschappen en hun onderdelen zorgen in Nederland zelf voor de benodigde inkomsten voor hun activiteiten. Aan de kerkleden wordt elk jaar gevraagd om hun bijdrage voor het diaconale werk van de diaconie van de kerkelijke gemeente waartoe zij behoren. De inkomsten van het CvD komen vooral uit opbrengsten van beleggingen (FBD en MDO) alsook de bijdragen van gemeenteleden via collectes tijdens de kerkdiensten en afzonderlijke giften. Het CvD heeft behalve geldmiddelen verder geen bezittingen. Hierdoor zijn de opbrengsten uit bezittingen beperkt.

De ontvangen inkomsten van het CvD worden besteed aan diaconaal werk, zowel plaatselijk, landelijk als wel wereldwijd in de vorm van ondersteuning van activiteiten en doorbetaling van voor specifieke projecten gehouden inzamelingen. Bijdragen aan andere organen binnen de kerk betreft de landelijke quotatie. Quotatie is afdracht van bijdragen om diaconaal werk op landelijk niveau mogelijk te maken.

De inkomsten liggen lager dan de uitgaven, echter het CvD kiest nog steeds voor besteden zonder instandhoudingsverplichting. Zo worden de gelden uit beleggingen aangewend waarvoor ze bedoeld zijn, waarbij evenwel jaarlijks wordt ingeteerd. Dit is een bewuste keuze; diakenen willen wat doen met het geld om zo iets te betekenen voor mensen.

In de afgelopen jaren heeft het CvD onderzocht of het vermogen duurzamer belegd kan worden. Dit is in enige mate mogelijk en de beleggingsportefeuille is dienovereenkomstig aangepast.